Een standaard bouwplan voor de biologisch melkveehouder bestaat uit: gras/klaver gevolgd door maïs, gevolgd door wintergraan, gevolgd door gras/klaver. Zo wordt de nalevering van stikstof door de gras/klaver goed benut en ontstaat er een gunstig vestigingsklimaat voor de nieuwe gras/klaver zode. Bij zowel de maïsteelt als de graanteelt heeft de boer de keuze: korreloogst of Gehele Plant Silage (GPS).
Het optimaal benutten van eerdergenoemde voordelen van meng- en wisselteelt, vergt echter een bedrijfsspecifiek bouwplan. In de praktijk is het niet altijd even makkelijk om een passend bouwplan te maken, want in hoeverre neemt u de huiskavel mee in de plannen? En wilt u graslandverbetering in het plan opnemen? Ook moet u rekening houden met grondsoort en ligging. Er zijn verschillende opties voor meng- en wisselteelt i.c.m. vroege maïsrassen zoals zichtbaar in Tabel 1.