“Een goede voeropname, een vlot geboorteproces en vitale, gezonde biggen zorgen voor werkgemak en -plezier. Een soepele overgang van verzadigend, vezelrijk drachtvoer naar snel verteerbaar lactovoer is dan noodzakelijk. Doordat de energiemix – de hoeveelheid energie uit zetmeel, suikers en vezels – van de dragende en lacterende voeders op elkaar afgestemd is, loopt die overgang lekkerder. In de stal leidt dat tot een vlot geboorteproces, biggen die makkelijk opstarten en goed biest opnemen. Gevolg is vitale biggen en minder uitval in het kraamhok.”

“Biggen hebben eiwit nodig om te groeien. De zeug moet daarom veel melk van de juiste samenstelling geven. Bij de nieuwe zeugenvoeders is de energie/eiwitverhouding aangepast ten gunste van het aandeel eiwit. Een speengewicht van 11 kg is geen uitzondering meer. Bij 12 gespeende biggen ligt het toomgewicht ruim boven de 130 kg. De zeug moet dus veel melk geven om dat te realiseren. Daar houden we rekening meer in de voersamenstelling.”

“Zeugen die lang meegaan passen bij een duurzame varkenshouderij. Dat begint al in de opfok. We streven naar een lichaamsgewicht bij eerste inseminatie van 155 kg bij een leeftijd van 240 – 260 dagen en een spekdikte van 16 – 18 mm. Een goed voerschema en voeders met de juiste EW-waarde en aminozuren zorgen daarvoor. Daarnaast letten we op het mineralen- en vitaminecomplex voor sterke botten en klauwen. Denk aan voldoende calcium, fosfor (macro-mineralen), zink, mangaan (micro-elementen) en vitamines (bijvoorbeeld vitamine D en biotine). Dit alles leidt tot een lang en vruchtbaar leven van biologische zeugen.”