Onlangs kwamen de Nederlandse en Duitse bio-melkveespecialisten van Reudink bij elkaar op het bedrijf van de familie Wohlers in Deinstedt (DE). “Samen namen we daar de tijd om de boerderij en de werkprocessen te leren kennen. Met z’n allen bekeken we wat er verbeterd kon worden voor de familie Wohlers en hun melkveestapel. Zo konden we hen een bedrijfsspecifiek advies geven. Het bedrijfsbezoek was ook zeer nuttig voor ons Reudink-team, omdat we de gelegenheid hadden om onze kennis en ervaring als melkveeadviseurs uit te wisselen en uit te breiden”, vertelt bio-melkveespecialist Stella Steinbrück.

Om te beginnen heeft het team het ruwvoer beoordeeld. Naast een discussie over het optimale gebruik van kuilgras en -maïs uit 2021, bespraken ze ook de voederproductie in het algemeen. Stella licht toe: “Wij hebben van gedachten gewisseld over eventuele opslagaspecten en de organisatie van de voeding gedurende één jaar. Aangezien de familie Wohlers een deel van hun krachtvoer van eigen land betrekt, hebben wij ook gesproken over de opslag en het gebruik van de gedorste gewassen. Voor ons is het belangrijk om veel tijd door te brengen op en rond de kuil en overige voerderopslag, want daar wordt de belangrijkste basis gelegd voor de prestaties en de gezondheid van de koeien.”

Tip: Let op zand in het ruwvoer wanneer u het gras laat in het jaar maait. Door het natte en zachte gras komt er vaak grond in het voer, wat de voederwaarde en smakelijkheid ernstig kan aantasten. Ziet u dit vooral in de opbrengst van bepaalde delen van het land? Kunnen deze plekken worden overgeslagen of kan er hoger worden gemaaid? Is dit een risico over het hele perceel? Als dat het geval is, moet er in totaal meer worden gemaaid, geharkt en gewied. In normale voederjaren moet de prioriteit altijd bij kwaliteit liggen.

Jongvee

Daarna was het jongvee aan de beurt. Hier richtte het team zich op de gevoelige fase rond de afbouw van de melkgift, de verstrekking van ruwvoer en krachtvoer daarbij en de opbouw daarvan in de weken erna. Om aan de behoeften van de jonge dieren tegemoet te komen en tegelijkertijd gemakkelijk te kunnen werken, is het de moeite waard hier nog eens naar te kijken. Door veel goed hooi en speciale kalverkorrels te voeren en kuilvoer achterwege te laten, konden onze specialisten een geschikt rantsoen samenstellen. Een goed doordacht systeem kan alle betrokkenen helpen en bespaart meestal extra kosten.

Tip: Zolang de kalveren melk krijgen, zijn ze goed voorzien van eiwitten. Als dit niet meer het geval is, moet een rustige maar rijke eiwitbron worden gevonden, omdat de jonge dieren krachtvoer of zure kuilen nog niet goed kunnen verteren. Slappe, lusteloze kalveren met weinig spieren en lichaamsvet kunnen een teken zijn dat de voederovergang na het afkalven niet goed is verlopen. De schade aan het jonge dier blijft vaak jarenlang een zwak punt. Voorkom dit en vraag uw specialist naar de rantsoenopties!

Tenslotte bekeek het team de melkveestapel. “Hier konden we op indrukwekkende wijze zien hoeveel werk en aandacht er de afgelopen jaren aan de koeien is besteed. Vooral de installatie van melkrobots, de toevoeging van een comfortabele stalruimte en de aanschaf (en het gebruik) van een moderne klauwstal hebben gezorgd voor een goed totaalbeeld in de veestapel. Verder hebben we hier van gedachten gewisseld over het mengen van het rantsoen. Aan het eind van ons bezoek hebben we onze waarnemingen en ideeën samengevat en gedeeld met de familie Wohlers”, aldus Stella.

Tip: Een goed rantsoen is maar het halve werk, want de daadwerkelijke droge stof opname van de koeien bepaalt wat ze uit het rantsoen kunnen halen. Nemen uw koeien de gewenste hoeveelheid voer op? Kunnen de koeien kiezen? Is het rantsoen nog vers genoeg bij de volgende voeding? Kan meer voeden of vaker aanschuiven de opname verbeteren? Kleine veranderingen hier kunnen vaak een enorme invloed hebben op de prestaties en de conditie van de dieren.

Vanuit Reudink danken we de familie Wohlers dat zij hun boerderij voor ons hebben opengesteld.