“Ik heb bewust gekozen voor een ‘lowtech’-aanpak met weinig automatisering”, begint Niels zijn verhaal. “De kraamzeugen voer ik met de hand. Op deze manier kijk ik mijn dieren dagelijks aan, stuur ik hun conditie op het oog bij en kan ik meebewegen in hun natuurlijke gedrag.” De basis voor een hoog aantal levend geboren biggen legt Niels al in de kraamstal. “In de kraamstal voer ik de Eko Lactokorrel Maxima. Na werpen start ik met ongeveer 2,4 kg lactovoer per zeug per dag en afhankelijk van conditie en uierspanning voer ik dat op tot 9 kg per dag. In de winter komt daar nog een schepje bovenop. De biggen voer ik vanaf het begin bij met biologische melk en daarna de Eko Vital Biggenkorrel. We spenen de biggen op zes weken. In de eerste vier kraamweken stopt de zeug alle energie en nutriënten in de melk voor de biggen. Na vier weken zie je dat de melkproductie daalt en dat de zeugen meer in zichzelf investeren. Ze komen goed hersteld en in een prima conditie uit de kraamstal”, vindt de varkenshouder.

Ook aan het dekmanagement besteedt Niels veel aandacht. “Doordat de zeugen in goede conditie uit de kraamstal komen laten ze hun berigheid sneller en duidelijker zien. Zo kan ik beter op het juiste moment insemineren en dat is positief voor de toomgrootte”, legt Niels uit. “In de dracht ligt de focus op rust, zodat de embryo’s zich goed kunnen ontwikkelen.” De dragende zeugen krijgen de Eko Drachtkorrel Optima via het voerstation. In totaal voert Niels zo’n 1450 kg per zeug per jaar, waarvan veertig procent lacto.