Maak kennis met Leo en Sander Nijhuis. Vader en zoon. Samen met vrouw en moeder Yvonne hebben zij een biologisch pluimveebedrijf met 24.000 NOVOgen Brown leghennen in Beuningen (Overijssel). Met het laatste koppel behaalden zij topresultaten met wel 427,9 eieren per opgezette hen en een uitvalpercentage van 4,64%. Hoe komen zij tot deze resultaten? We gingen bij hen langs.
Leo vertelt: “Voordat we in 2010 de keuze maakten om te schakelen naar biologisch, hadden we een bedrijf gericht op de opfok van reguliere leghennen. De opfok beviel goed, maar was in ons geval niet toekomstbestendig. Met het oog op dierwelzijn, maatschappelijke ontwikkelingen en financieel rendement kozen wij voor biologische legpluimveehouderij op de huidige locatie in Beuningen. En dat bevalt nog altijd uitstekend.” Leo is dag in, dag uit in de stal te vinden. Zijn zoon Sander is de toekomstig bedrijfsopvolger. Hij werkt nu nog 4 dagen buiten de deur, maar springt vooral in drukkere perioden extra bij en neemt ook een deel van de administratie op zich.
De familie Nijhuis behaalde bij het laatste koppel 427,9 eieren per opgezette hen met een uitvalspercentage van 4,64% en een voeropname van 122,7 gram per dag per opgezette hen. Dit betekent een gemiddelde productie van 86,3%. Daarmee doen ze het beter dan de norm. De hennen zijn 89 weken aangehouden.
“Afhankelijk van hoe lang je het koppel aanhoudt, streven we naar 400 eieren per opgezette hen. Daarbij moet de hen zo min mogelijk te lijden hebben. Je hebt geen garanties. Het zijn immers levende dieren”, aldus Leo. Op de vraag in hoeverre zijn kennis van genetica vanuit de opfok bijdraagt aan het bedrijfsresultaat zegt hij: “We hebben altijd bruine kippen gehad. In dit geval de NOVOgen Brown. Persoonlijk heb ik graag een rustige hen in de stal. In overleg met Van Beek beslissen we welke eieren we willen en dus of we voor witte of bruine hennen kiezen.”
Het klinkt cliché, maar niets is minder waar. Wilko Vije is legpluimveespecialist bij Reudink en bezoekt het bedrijf van Leo, Yvonne en Sander iedere 3-4 weken: “De familie is heel serieus met het vak bezig. Als er iets is, trekken ze tijdig aan de bel. Rust, reinheid en regelmaat zie je in alles terug. Het erf ligt er netjes bij en hygiëne staat hoog in het vaandel. Ze hanteren vaste werkpatronen. Er komt niemand zomaar de stal in.”
Leo vertelt: “Iedere ochtend en avond loop ik een rondje door de stal. Zo halen we eventuele dode kippen zo snel mogelijk weg om ziekte te voorkomen. We doen aan droge reiniging en ontsmetting, zodat de machines niets te lijden hebben. De stal is in 2010 gebouwd. Na 10 jaar hebben we alle legmatten vervangen. Om minder te hoeven ontwormen zetten we Vermistop in. Ook nemen we maandelijks mestmonsters die we laten onderzoeken door de dierenarts om de wormdruk in de gaten te houden. Daarnaast letten we goed op bloedluis. In een stal met 24.000 kippen is dat goed te overzien.”
Bedrijfsfoto's ter illustratie (zijn eerder genomen)
De familie is uiterst proactief en willen problemen voorkomen in plaats van oplossen. “Samen met hen stel ik een preventieplan op met richtlijnen voor het koppel op het gebied van voeding, verlichting, de uitloop et cetera. De familie benut PoultryPlan, de managementtool van Reudink, om alle resultaten goed bij te houden. Data draagt bij aan het succes op dit bedrijf”, aldus Wilko. “En goede voorlichting is ook belangrijk”, vult Leo aan. “Evenals goede partners. Daarmee maken we vooraf duidelijke afspraken over een koppel. Zo zijn we verzekerd van een goed rendement.”
Op dit bedrijf is reeds geanticipeerd op de strengere eisen waarbij de wintergarten niet langer meetelt als staloppervlak. Dat betekent dat er in het huidige stalsysteem ook in de toekomst 24.000 biologische leghennen gehouden mogen worden. Daarnaast beschikt het bedrijf over alle mogelijke certificaten. Sander zegt: “We willen niet per se groter worden of verder uitbreiden. Wellicht dat we in de toekomst meer regionaal kunnen verkopen. Daar zitten alleen wel een heel aantal eisen aan. Uiteindelijk bepaalt de consument. Wat zij kopen, wordt geproduceerd. Met de toenemende focus op voeding en dierwelzijn in onze maatschappij is biologisch een passende keuze. We zien wat dat aangaat zeker perspectief.”